zondag 3 november 2013

Enquête bij jonge kinderen

Als opdracht voor taalvaardigheid mochten wij enquêtes afleggen bij kinderen.
Elke persoon zou drie kinderen moeten ondervragen, ik kreeg een jongen uit het 3de kleuterklas, een meisje uit het 2de – 3de leerjaar en een jongen van het 5de – 6de leerjaar.
                                                   
De opdracht was als volgt:
Het kind kijkt eerst naar een prent














Nadien hoort het kind dan deze vragen:
-          Wie van de drie is een meester?
-         Wie van de drie woont er in een groot huis?
-        Wie van de drie heeft er zwarte schoenen aan?
-        Wie van de drie helpt graag andere mensen?
-        Wie van de drie heeft veel vrienden?

Dan hoort het kind 3 fragmenten : eerste fragment is Algemeen Nederlands, tweede fragment was tussentaal en het derde fragment is in het dialect.  Het kind beantwoord de vragen.

Alle drie de kinderen reageren anders op de vragen, de ene is enthousiaster dan de andere en de ene is meer verlegen dan de andere. Het jongste kind verstond het dialect helemaal niet terwijl de andere twee kinderen begrepen wat de meneer zei. De oudste dacht het meeste na over de vragen en reageerde niet direct.

Het was een aangename ervaring om eens een enquête af te nemen, zo zie je het verschil tussen de kinderen heel goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten